Contacteer ons
Agentschap Zorg en Gezondheid
Er zijn momenteel 2 vaccins goedgekeurd door de Europese Commissie om COVID-19-infecties te voorkomen:
Er zijn verschillende andere kandidaat-vaccins in ontwikkeling waarvan tussentijdse resultaten werden bekend gemaakt.
Wereldwijd worden er inspanningen geleverd om COVID-19-vaccins te ontwikkelen, prioritair goed te keuren en beschikbaar te stellen.
Sinds 21 december 2020 is het COVID-19-vaccin van Pfizer goedgekeurd door de Europese Commissie om COVID-19-infecties te voorkomen. Het Moderna-vaccin is sinds 6 januari 2021 ook goedgekeurd door de Europese Commissie.
België onderhandelt samen met de Europese Commissie met de bedrijven om de bevoorrading van de Belgische markt te verzekeren. Momenteel heeft de Europese Commissie contracten afgesloten met AstraZeneca, Janssen Pharmaceutica, Sonafi-GSK, Pfizer-BioNTech, CureVac en Moderna. En België heeft ingetekend voor de vaccins van AstraZeneca, Janssen Pharmaceutica, Pfizer-BioNTech, CureVac en Moderna.
Je krijgt, als het zo ver is, een persoonlijke uitnodiging krijgen om je te laten vaccineren. Via sms, brief of mail. Daarbij krijg je de optie om te bevestigen, te weigeren, of de afspraak te verplaatsen. Op die uitnodiging staat ook waar je inenting zal plaatsvinden. En wanneer je daar niet kan geraken om gegronde redenen, hebben we ook mobiele ploegen die thuis vaccineren.
Vaccinatiecentra in Vlaanderen: wanneer en waar krijg ik mijn vaccin?
Alle vaccins tegen COVID-19 die in België beschikbaar zullen zijn, zijn goedgekeurd door het Europees Geneesmiddelenagentschap (EMA), en mogen dus als veilig en voldoende werkzaam beschouwd worden om in een breed vaccinatieprogramma gebruikt te worden. Het is bovendien niet gezegd dat we meer dan 1 COVID-19-vaccin tegelijk zullen hebben. Kiezen is dan niet aan de orde.
Voor de meeste vaccins gaat het om een 2-dosis schema met 3 tot 4 weken interval.
Neen. In België is alleen vaccinatie tegen polio verplicht. Alle andere vaccinaties zijn sterk aanbevolen. Dat is voor COVID-19 niet anders.
Nee, je hoeft niet getest te worden op antistoffen voor de vaccinatie. Ook als je besmet bent zonder dat je het weet, kan het vaccin veilig toegediend worden.
Zodra er een voldoende hoge vaccinatiegraad onder de risicogroepen bereikt wordt en de druk op het gezondheidszorgsysteem vermindert, zullen er wel bepaalde wijzigingen worden doorgevoerd aan de veiligheidsmaatregelen. Maar momenteel moet je de coronamaatregelen blijven volgen, zowel voor je eigen veiligheid als die van de anderen. Zeker als je zelf niet tot een risicogroep behoort, maar wel in contact komt met risicopersonen.
De kans is klein, maar het kan gebeuren dat je zelfs na vaccinatie toch nog COVID-19-positief wordt. Dat zit zo:
Het blijft dus belangrijk om ook na vaccinatie de veiligheidsmaatregelen te blijven volgen.
In het begin zullen er onvoldoende vaccins zijn om iedereen te vaccineren, maar het is wel de bedoeling dat iedereen de kans krijgt om zich te laten vaccineren. Daarom zijn er prioritaire groepen bepaald op basis van wetenschappelijke adviezen en een maatschappelijk debat. Deze strategie is intussen in de hoogste versnelling geschakeld. Lees meer over de volgorde van vaccineren.
De doelstelling is om minstens 70% van de bevolking te vaccineren.
Er zijn geen gegevens beschikbaar van vaccinatie bij kinderen. Enkele fase 3 studies liepen vanaf de leeftijd van 16 jaar en daarom kan er met het Pfizer-vaccin vanaf de leeftijd van 16 jaar gestart worden. Studies lopen momenteel in jongere leeftijdsgroepen zodat we dan binnenkort voldoende gegevens hebben om een aanbeveling te kunnen maken over vaccinatie bij kinderen.
Je krijgt beter geen vaccinatie als je ernstige allergische reacties (bv. anafylactische reacties) hebt ontwikkeld op één van de bestanddelen van het vaccin. Bespreek dit verder met je huisarts.
De vaccins zelf bevatten geen bewaarmiddelen. Het dopje van het flacon van de vaccins bestaat niet uit latex. Mensen met een latexallergie mogen dus gerust het vaccin toegediend krijgen.
De weinige gegevens die vandaag beschikbaar zijn tonen geen veiligheidsproblemen aan voor vaccinatie tijdens de zwangerschap, maar er is nog onvoldoende bewijs om een COVID-19-vaccin ook echt aan te raden tijdens een zwangerschap. Als je zwanger bent, is het dus niet aanbevolen om je te laten vaccineren, tenzij je arts oordeelt dat in jouw situatie de voordelen opwegen tegen de mogelijke risico's.
Vrouwen die zich laten vaccineren raden we af om zwanger te worden binnen de 2 maanden na de tweede dosis van het vaccin. Er wordt ook aanbevolen om voorafgaand aan de vaccinatie na te gaan of je zwanger bent (anamnese of bij twijfel een zwangerschapstest)..
Als je ontdekt dat je zwanger bent nadat je gestart bent met de vaccinatie, krijgt de zwangerschap voorrang en krijg je de tweede dosis pas na het beëindigen van de zwangerschap. Ook borstvoeding krijgt voorrang en vaccinatie tegen COVID-19 wordt dan uitgesteld tot na de stopzetting van borstvoeding, tenzij je arts oordeelt dat in jouw situatie de voordelen opwegen tegen de mogelijke risico’s.
Behoor je tot een risicogroep, dan kom je aan de beurt vlak na de 65-plussers. Momenteel schat men in dat dat ongeveer in maart zal zijn.
Wanneer het aan jouw beurt is, zal je een uitnodiging tot vaccinatie ontvangen van je lokaal bestuur. De vaccinatie zelf zal doorgaan in een vaccinatiecentrum in jouw buurt.
De modaliteiten zullen nog worden vastgelegd. Een werkgroep binnen de Task Force operationalisiering, waarin o.a. huisarsten zetelen, buigt zich momenteel over de verschillende categorieën riscogroepen en –patiënten.
Voor mensen die minder mobiel zijn, werken we samen met de lokale besturen aan oplossingen. Denk daarbij bv. aan mobiele teams of een taximogelijkheid. Hoe dat precies zal verlopen, wordt zo snel mogelijk uitgeklaard.
Vaccinatie is niet verplicht en je hebt het recht om de vaccinatie te weigeren. In zo’n geval zal je later kunnen aansluiten bij een volgend aanbod van vaccinatie.
Net zoals bij andere vaccinaties moet voor een persoon die wilsonbekwaam is de toestemming worden gevraagd bij één van de volgende personen:
De beslissing van de bewoner of de vertegenwoordiger wordt in het zorgdossier van de bewoner genoteerd, samen met de datum en de wijze waarop de toestemming werd verleend. Alleen als niet met zekerheid een mondelinge toestemming van een bevoegd persoon genoteerd kan worden in het zorgdossier (bv. bij onenigheid in de familie), is het aan te raden om de toestemming schriftelijk te documenteren.
We passen hier de algemene regel toe van de vaccinaties met niet-levende vaccins: het COVID-19-vaccin kan toegediend worden 2 weken voor of 2 weken na een ander niet-levend vaccin, zoals het griepvaccin of het pneumokokkenvaccin. Hetzelfde geldt ook voor andere niet-levende vaccins zoals een kinkhoest-bevattend vaccin of het humaanpapillomavirusvaccin. Als dat interval van 14 dagen per ongeluk niet gespecteerd wordt en korter zou zijn, blijven de toegediende vaccins geldig en hoeven we geen nieuwe vaccinatie uit te voeren.
Dat laat toe om eventuele bijwerkingen aan het correcte vaccin te kunnen toeschrijven.
Bij een vaccin-doeltreffendheid van 90% moet minstens 70% van de Belgen zich laten vaccineren om groepsimmuniteit te bereiken. Eenvoudig uitgelegd betekent ‘groepsimmuniteit’ dat een voldoende grote groep mensen weerstand opbouwt tegen een virus. Zo krijgt het virus het een pak lastiger om zich verder te verspreiden. Elke persoon met immuniteit werpt als het ware een dam op tegen het virus.
Omdat het virus een reproductiecijfer heeft van ongeveer 2.5 berekent men de noodzakelijke groepsimmuniteit op 60-70%. Dat wil zeggen dat minstens 60-70% van de algemene bevolking bescherming moet hebben tegen COVID-19. Met een vaccin-doeltreffendheid van 90%, willen we dat minstens 70% van de algemene bevolking zich laat inenten, zo komen we aan 63% bescherming. Met een vaccin met een lagere werkzaamheid moeten we een nog hogere vaccinatiegraad bereiken.
De Belgische overheden hebben intussen de vaccinatiestrategie in de hoogste versnelling geschakeld. De strategie bepaalt wie prioritair gevaccineerd moet worden, waar dat moet gebeuren en hoe de hele logistieke operatie moet verlopen. De huidige vaccinatiestrategie is wel nog afhankelijk van enkele factoren zoals leveringen of extra bestellingen.
Om de uitrol van het vaccinatieprogramma in goede banen te leiden werd een taskforce ‘operationalisering COVID-19-vaccinatiestrategie’ opgericht in de schoot van het Regeringscommissariaat Corona. Die taskforce heeft de opdracht om alle noodzakelijke acties te bepalen, toe te wijzen en te ondersteunen om de vaccinatiestrategie te realiseren. Haar taak is enkel coördinerend. Deze taskforce bestaat uit wetenschappers, vertegenwoordigers van federale en deelstatelijke overheidsdiensten, crisismanagers, en, waar nodig, vertegenwoordigers van beroepsorganisaties en technische werkgroepen.
In Vlaanderen bereidt Zorg en Gezondheid de organisatie van de vaccinatie voor. Dat gebeurt in nauwe samenwerking met de Vlaamse Vaccinatiekoepel en in overleg met de taskforce.
Ja, ook nadat je gevaccineerd bent, is het belangrijk om de coronamaatregelen te blijven opvolgen. Pas als meer dan 70% van de bevolking is gevaccineerd, zullen we weer controle hebben over het virus en de verspreiding ervan.
Vaccins werken door het immuunsysteem van een persoon (de natuurlijke afweer van het lichaam) te stimuleren en voor te bereiden om een bepaalde kiem te herkennen en zich tegen die kiem of infectieziekte te verdedigen. Als je dan later met het virus besmet raakt, herkent je immuunsysteem het virus en, omdat het al voorbereid is om het virus aan te vallen, beschermt het je tegen dat virus, bv. COVID-19.
Er worden momenteel verschillende vaccins getest die op een verschillende manier gemaakt worden. Ze zorgen voor verschillende manieren om de afweer tegen het virus op te bouwen.
COVID-19-vaccins worden ontwikkeld volgens dezelfde wettelijke vereisten voor farmaceutische kwaliteit, veiligheid en werkzaamheid als andere geneesmiddelen.
Wat anders is voor COVID-19-vaccins, is dat de ontwikkeling en mogelijke goedkeuring van een vaccin op alle niveaus voorrang krijgt vanwege de noodsituatie op het gebied van de volksgezondheid, en dus sneller verloopt. Daarbij werd toegelaten dat verschillende fases in de ontwikkeling van de vaccins overlappen: zo kunnen fase 3 studies starten parallel met de fase 2 studies. Dat betekent niet dat de vaccins daarom minder veilig zouden zijn. Ze worden ook op een ruime doelgroep getest. Het Europees Geneesmiddelenbureau (EMA) heeft een speciale taskforce van deskundigen en voorrang gegeven aan COVID-19 beoordelingsprocedures. Zo worden de aanvragen van bedrijven snel geëvalueerd en tegelijkertijd solide wetenschappelijke adviezen gegarandeerd.
De snelheid van ontwikkeling van de COVID-19 vaccins wordt vooral bepaald door de mate waarin alle activiteiten voorrang hebben gekregen: vanaf de ontwikkeling, tot de adviezen van de Ethische Commissie of regelgevende overheden, en tot de uitvoering van de vaccinatiestudies in de vaccinatiecentra in de verschillende landen. Door telkens voorrang te geven aan de COVID-19 studies worden er heel wat jaren gewonnen, zonder daarom de kwaliteit van de studies of de veiligheid van de vaccins in het gedrang te brengen.
Alle regelgevende beslissingen met betrekking tot de toelating van vaccins worden onderbouwd door grondige tests, die voldoende robuuste gegevens opleveren om de patiëntveiligheid, de kwaliteit en de doeltreffendheid van het vaccin te waarborgen. Dat is nu niet anders. De wetenschappelijke deskundigen die vaccins evalueren, kijken altijd heel zorgvuldig naar de voordelen en eventuele risico's, met name omdat vaccins aan gezonde mensen worden toegediend. Elk lot vaccins wordt ook voortdurend gecontroleerd om ervoor te zorgen dat het veilig en doeltreffend blijft.
Van zodra COVID-19 vaccins in Europa beschikbaar komen, zal de informatie over die COVID-19 vaccins publiek gemaakt worden via de website van het Europees Geneesmiddelenagentschap (EMA). Ook het FAGG zal systematisch informatie ter beschikking stellen over o.a. de samenstelling van de beschikbare vaccins.
Nee, mRNA-vaccins worden intramusculair toegediend en het mRNA wordt door een aantal menselijke cellen opgenomen. Het mRNA dringt de celkern niet binnen en zal dus niet in contact kunnen komen met het menselijk DNA. Het mRNA is een leescode voor de productie van een eiwit, het S-eiwit. De menselijke cel is in staat om die leescode te ontcijferen en heeft hiervoor geen tussenkomst van haar DNA nodig. Na ontcijferen zal de menselijke cel het S-eiwit produceren, zodat ons afweersysteem in staat is om specifiek tegen het S-eiwit antilichamen te vormen. Het mRNA verdwijnt al na een paar uur uit ons lichaam.
Een vaccin wordt alleen goedgekeurd als de kwaliteit, de doeltreffendheid én de veiligheid voldoende zijn aangetoond. Daarom zijn de klinische studies zo belangrijk. In de laatste fase (fase 3) wordt het vaccin op grote groepen mensen getest, vaak op tienduizenden mensen. Bij het coronavaccin zijn dit er zelfs veel meer dan bij andere vaccins, zo tussen de 30.000 en 60.000 mensen (waarvan de helft het kandidaatvaccin krijgt en de andere helft een placebo). Dankzij die studies zien we of én welke mogelijke bijwerkingen er kunnen optreden. De meeste bijwerkingen worden binnen 6 weken na vaccinatie zichtbaar. Die worden dan tijdens de klinische studies opgepikt.
De kans op ernstige bijwerkingen nadat het vaccin is goedgekeurd, is dus klein. Toch kunnen we het nooit helemaal uitsluiten. Dit geldt niet alleen voor het coronavaccin, maar voor alle vaccins en medicijnen. Daarom houden we, ook na goedkeuring, het vaccin goed in de gaten. Voor het coronavaccin is er zelfs een speciaal bewakingssysteem opgezet. Zo kunnen we snel ingrijpen als dit nodig is.
Uit de resultaten van 2 grote fase 3 vaccinstudies - waarbij respectievelijk 20.000 vrijwilligers een van de kandidaatvaccins kregen - blijkt de werkzaamheid meer dan 90% te bedragen, zowel voor het vaccin van Pfizer-BioNTech als voor het vaccin van Moderna. We verwachten doeltreffendheidsresultaten van de andere vaccins in de loop van de volgende weken. Zo maakte AstraZeneca bekend dat de tussentijdse resultaten van fase 3 studies wezen op een doeltreffendheid van 62 tot 90%, afhankelijk van het vaccinatiedosissen en de studiepopulatie. Meer details zijn nodig om dergelijke resultaten goed te kunnen kaderen.
We noteren zoals bij andere vaccinaties lokale en algemene nevenwerkingen. Die nemen licht toe na toediening van de tweede vaccindosis en verdwijnen binnen 48u vanzelf. Het gaat om pijn, roodheid, spierstijfheid op de plaats van injectie, en bij sommigen wat koorts, vermoeidheid en misselijkheid.
Dat wordt niet verwacht, maar een concreet antwoord kunnen we hierop nu nog niet geven. Momenteel wordt de duur van bescherming verder opgevolgd in de fase 3-studies van gevaccineerde vrijwilligers.
Is een vaccin goedgekeurd? Ook daarna houdt het het Federaal Agentschap voor Geneesmiddelen en Gezondheidsproducten (FAGG) het vaccin, en de studies in de gaten. Net zoals dat gebeurt voor medicijnen of andere vaccins. Want ieder medicijn of vaccin kent wel bijwerkingen. De meeste zijn vaak mild of van korte duur.
Krijgt iemand na vaccinatie last van bijwerkingen die al dan niet in de bijsluiter staan vermeld? Dan kan je dit melden aan het Federaal Agentschap voor Geneesmiddelen en Gezondheidsproducten (FAGG). Experten van het FAGG evalueren die bijwerkingen. Dergelijke bevindingen worden ook wereldwijd gedeeld. Door de gegevens op grote schaal bijeen te brengen, worden eventuele signalen sneller ontdekt.
Treedt er een zeldzame bijwerking op of gaat er iets mis met de kwaliteit van een medicijn of vaccin? Dan beoordeelt het FAGG dit en neemt ze actie waar nodig. Bijvoorbeeld door de bijsluiter aan te passen of zorgverleners te waarschuwen. In het uiterste geval wordt het medicijn of vaccin van de markt gehaald.
Omdat de bescherming na het doormaken van COVID-19 enkele maanden duurt en er ondertussen herinfecties vastgesteld zijn geweest, zal vaccinatie aan mensen die COVID-19 hebben doorgemaakt aangeboden worden. Men verwacht dat de bescherming na vaccinatie langer zal duren dan na het doormaken van de ziekte. Dit wordt momenteel nog verder onderzocht.
Uit de resultaten van de fase 3-studies blijkt dat de COVID-19-vaccins beschermen tegen een infectie (bevestigd door een PCR-test) en tegen ziekte en verwikkelingen. Of je als gevaccineerde minder kans hebt om anderen te besmetten is nog onderwerp van verder onderzoek. Op basis van dierproeven bij apen gaan we ervan uit dat de vaccinatie invloed heeft op het aantal dagen dat iemand besmettelijk is. Bovendien zal er - door in te spelen op klachten zoals niezen en hoesten - ook op die manier effect zijn op transmissie.
Het virus tast tijdens de infectie een deel van ons afweersysteem aan. Daardoor komt de antistofvorming deels in het gedrang. We kunnen dus de situatie na virusinfectie niet zomaar vergelijken met de situatie na vaccinatie. We weten dat bescherming na infectie een paar maanden duurt en we verwachten dat dit na vaccinatie langer is. De opvolgstudies bij gevaccineerden zullen ons hier snel meer duidelijkheid geven. Momenteel weten we ook niet of herhalingsinentingen of boosterdoses nodig zullen zijn.
Meestal muteren virussen. Dat wil zeggen dat het genetische materiaal in het virus verandert. Dat gebeurt aan verschillende snelheden voor verschillende virussen. Mutaties hebben niet noodzakelijkerwijs een invloed op hoe goed het vaccin tegen het virus werkt. Voor de variant bijvoorbeeld, die in het Verenigd Koninkrijk momenteel ernstige proporties aanneemt en zich ondertussen ook al in heel wat andere landen verspreidt, tonen de eerste labo-gegevens met het Pfizer-vaccin dat de vaccin-geinduceerde antistoffen de variant kunnen neutraliseren.
Sommige vaccins blijven vele jaren na hun ontwikkeling werkzaam en bieden langdurige bescherming, zoals vaccins tegen mazelen of rubella. Aan de andere kant veranderen virusstammen voor ziekten zoals griep zo vaak en in die mate dat de vaccinsamenstelling jaarlijks moet worden bijgewerkt om werkzaam te zijn.
De wetenschappelijke gemeenschap en toezichthouders zullen controleren of het coronavirus in de loop van de tijd verandert en of de vaccins mensen kunnen beschermen tegen infectie met nieuwe varianten.
Momenteel zijn er geen afspraken rond de noodzaak om een vaccinatiebewijs te hebben om bepaalde activteiten uit te voeren, zoals reizen.
Ons land heeft intussen de vaccinatiestrategie in de hoogste versnelling geschakeld. Daarbij wordt wel nog een strikte volgorde gehanteerd waarbij prioritaire groepen als eerste aan bod komen. Ook wordt rekening gehouden met transport en een correcte toediening. Volgens de huidige strategie kan groepsimmuniteit in september bereikt worden.